Het glasbeeld is in wezen sierkunst. De glaskunstenaar die dit bij voorbaat
wil ontkennen vervalt meestal in willekeurige gedrochten. Of de gewildheid
in zijn werk (als poging om uit de 'sier' te breken) wordt zo uitgesproken
dat het beeld zelf slechts een lijdzaam en suf onderdaan wordt van dat al
te straffe voornemen: plan gelukt, maar beeld helaas gesneuveld.
Dat
glassculptuur in wezen sierkunst is, wordt te overdreven begrepen door de
vele glasgaleries in den lande, en helaas ook zo letterlijk. Daar waar u
de vele zoete snoepjes voelt trekken en ziet lonken naar uw ogen zult u
de glassculpturen van Daan Lemaire niet snel tegenkomen. Te robuust en te
eigen zijn deze. En ook te sterk bewust van de vele mogelijke verleidingen
van het glas.
Deze man is schilder èn glaskunstenaar. Zijn schilderijen en voornamelijk
zijn gouaches voeden zijn glasbeelden, en omgekeerd werkt het glas weer
terug naar zijn schilderijen. Een solide basis. Ik heb het zelf genoteerd,
toen ik met de videocamera op zijn huid enkele jaren geleden registreerde
hoe uitgebreid hij allerlei glazen kleurstaaltjes van de fabriek over elkaar
heen legde en tegen het invallende raamlicht hield, om zo de verschillende
kleurmengingen te kunnen vergelijken. Al mopperende dat het 'nieuwe Amerikaanse
glas zo hard van kleur was, vergeleken met het oude Oost-Europese', dat
helaas niet meer geleverd wordt.
Daan Lemaire is een kunstenaar die als schilder de 'sier' van het glas
slechts langzaamaan is gaan accepteren als een te respecteren kunstterrein.
Pas nadat hij zijn ruimte en zijn regels had veroverd om zijn schildersverbeelding
carte blanche te kunnen geven binnen de vele mogelijkheden die de techniek
van het glas-appliqué biedt. Met de verbeeldingskracht zijn we in
de wondertuin beland waar zelfs sons de goden worden gesignaleerd die er
hun scheppingskracht moeten halen.
Zijn
techniek van het glas-appliqué gebruikt twee dunne lagen gekleurd
glas, gelijmd tegen de beide zijden van een heldere glaskern. Beide gekleurde
kanten zijn samengesteld uit vele passend uitgesneden partijen, waarmee
in één glasbeeld vele verschillende kleurmengingen kunnen
worden gemaakt. Een beeld van Lemaire schat ik al gauw op zo'n 30 tot 40
verschillende kleurtinten, kristalhelder en intens van kleur. Fijne gedoseerde
kleurmengingen sterven niet uit in het glas, waar dat in olie- of acrylverf
wel kan gebeuren, maar ze geven het glasbeeld juist de mogelijkheid tot
een heldere subtiliteit die in de andere kunsttoepassingen niet te realiseren
is. Jacoba van Heemskerck eindigde haar oeuvre niets voor niets met het
glasinlood, in haar zoektocht naar de grootst mogelijke transparantie. en
niet toevallig koos en verzamelde de abdij van Cluny vele massa's edelstenen
en diamanten om het ideale licht van de schepper in deze wereld te laten
weerschijnen. Het licht Gods.
Sierkunst dus, want het oog wordt werkelijk verwend door de transparante
kleurwerking van het glas. En de verleiding voor de sensibele glaskunstenaar
om het hier maar bij te laten is dan ook groot. Niet bij Daan Lemaire, die
in de laatste jaren steeds duidelijker alle hoeken van de kamers van zijn
verbeelding is gaan gebruiken. Om zo tot heel uitgesproken beeld- en kleurvormen
te komen die ondanks hun eigen kracht -en vaak dankzij-, ook het beeld in
zijn geheel mee helpen opbouwen. Hierin balanceert hij op het scherp van
de snede: in enkele beelden laat hij rococo-achtige omtrekvormen ontstaan,
die als grillige handen of takken omhoog kronkelen, om in een volgende serie
beelden weer gas terug te nemen met meer ingehouden vormen of kleurgebruik
toe te passen en door de contrasten zachter te houden.
Met
deze zwenkende bewegingen binnen zijn werk verovert hij de vrije ruimte
waarin zijn verbeelding kan zwerven en zoeken, zich kan hechten en los kan
laten. Zijn kleurlijnen binnen in de beelden (ontstaan door uiterst lichte
maar soms ook zwaardere contrasten) zijn ademloos spannend om te volgen
en ze blijven lang verrassen.
Door zijn glasbeelden zweven verwijzingen naar bomen, landschappen, luchten
of mensfiguren, maar zo terloops dat niets hiervan het gehele beeld kan
domineren. Wel verwerft de kleurentoverij hiermee een bindende kracht, omdat
het werk zo stevig op zijn voeten blijft staan. Het materiaal van het glasbeeld
en de losse, zwervende verbeelding zijn onscheidbaar in de glassculpturen
van Daan Lemaire. Ze vormen samen de glassculptuur.
De laatste tijd hanteert Daan Lemaire een nieuwe en lossere techniek, die
van het gefused glas. Verschillende kleurpartijen en kleurlagen van glas
worden dan over elkaar gerangschikt en in de oven enkele malen met elkaar
versmolten. De kleuren vloeien bij deze techniek meer ineen dan met het
glasappliqu'e. Er is zo een lossere manier van schilderen mogelijk.
Fons Heijnsbroek
|